Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 486] [p. 486] [Onherboren] ONHERBOREN, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Niet herboren. Van on en herboren. Vorige Volgende