[Onbekommerd]
ONBEKOMMERD, bijv. n. en bijw., onbekommerder, onbekommerdst. Van on en bekommerd. Het tegendeel van bekommerd: hij heeft een onbekommerd hart. Onbekommerd, zonder trappen van vergrooting, is iets, waarop geen drukkende woeker ligt: onbekommerde goederen. Van het woord, in de eerste beteekenis, is onbekommerdheid.