[Onbedacht]
ONBEDACHT, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Van on en bedacht. Zonder behoorlijke opmerkzaamheid op zijne handelingen en derzelver gevolgen, en daarin gegrond: wat schrolt gij t'onbedacht op 't kunstwerk van Homeer? Poot. Niet wuft en onbedacht. Vond. Van hier: onbedachtelijk, onbedachtheid, onbedachtig. K. v. Mand. - Onbedachtzaam, onbedachtzaamheid, onbedachtzamelijk.