[Ombolwerken]
OMBOLWERKEN, bedr. w., gelijkvl. Van het onscheidb. voorz. om en bolwerken: ik ombolwerkte, heb ombolwerkt. Met een bolwerk omringen. Oneigenl. neemt het I.T. in Jos. droef en blij-eijnd spel, voor naauw bezetten, benaauwen: die u tot aller uur ombolwerckt hebben.