Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 185]
| |
nagebleekt. Bedr: het linnen nableeken, hetzelve, ter verbetering, van nieuws bleeken. Onz.: dat linnen moet nog lang nableeken. Zie bleeken. |
|