Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 133]
| |
meerv. moezels. Eene zakpijp, een doedelzak: die gheen tangh of moezel uijt een luijt en kent, is altijds goedsmoeds. De Brune. Misschien is het woord van den klank gevormd. |
|