[Modden]
MODDEN, (bij Kil. modden, moddelen) bedr. w., gelijkvl. Ik modde, heb gemod. Eigenlijk, den modder omwroeten, bijzonder met oogmerk, om iets te zoeken. In Geld. zegt men: aardappels modden, namodden, dat is, naar de aardappels wroetend zoeken, nadat de eigenaar dezelve reeds heeft laten uitrooijen; eene nalezing doen. Zie modder.