[Middelkennis]
MIDDELKENNIS, z.n., vr., der, of van de middelkennis; zonder meerv. Een woord der schoolsche godgeleerdheid, beduidende die kennis in God, welke Hij, door eene wetenschap van voorgeziene oorzaken, die tusschen beide komen, van de nog verborgene uitkomst zoude verkrijgen. Van middel en kennis.