Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Letteren] LETTEREN, bedr. w., gelijkvl. Ik letterde, heb geletterd. Letters op doek naaijen: ik moet nog vier zakdoeken letteren. Ook bezigt men het deelw. geletterd, voor geleerd: hij is een geletterd man. Vorige Volgende