Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 718]
| |
Iemand leppen is, in de straattaal, hem eenen voet onder den aars geven. Zonder twijfel is dit woord het neders. lüften, opligten, eng. to lift, zw. lijfta, deen. lofte, ijsl. lopta, ital. en lat. levare, fr. lever. In het opperd. komt het woord met het onze nader overeen, waar het lupfen is: jemanden aus dem sattel lupfen, iemand uit den zadel ligten. |
|