[Latierboom]
LATIERBOOM, (bij Kil. lattierboom, litierboom) z.n., m., des latierbooms, of van den latierboom; meerv. latierboomen. Boom, tot afschutting van paarden, in eenen stal. Van het fr. litiere, stroo onder paarden in eenen stal, om op te liggen; van het lat. lectica, van het gr. λεγω, doen liggen.