[Lampet]
LAMPET, z.n., o., des lampets, of van het lampet; meerv. lampetten. Eene kom of kruik, dienende tot water om de handen te wasschen: 't zilveren lampet. Vond. Ook eene groote porseleinen schotel. Zamenstell.: lampetkan, lampetschotel. De oorsprong is onzeker.