Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 615] [p. 615] [Kris] KRIS, een woord gebruikelijk in de spreekwijs: hij zweert bij kris en kras. Misschien uit den naam Kristus verminkt. Vorige Volgende