[Kortademig]
KORTADEMIG, (kortasemig, kortamig,) bijv. n. en bijw., kortademiger, kortademigst. zeer kortademig. Van kort en ademig, van adem. Dit wordt gezegd van iemand, die, zich stil houdende, wel eenen onbelemmerden ademtocht heeft, maar door eene korte en kleine beweging vermoeid wordt en te hijgen staat. De beteekenis verschilt dus van die van aamborstig.