Van hier korstachtig, korstig, korstigheid. Zamenstell.: korstpastei. In het neders. korste; door letterverzetting, die, in dit woord, bij andere volkeren gemijd wordt. Hoogd. kruste, ital. crosta, fr. crouste, croûte, eng. crust. Adelung wil het lat. crusta, eene korst, niet voor den stamwortel aangezien hebben, maar denkt, dat al die woorden van den klank gevormd zijn, die, door het bijten in eene harde korst, veroorzaakt wordt.