[Klik]
KLIK, z.n., m., des kliks, of van den klik; meerv. klikken. Het onderste koperen, of ook ijzeren, stuk eener kolf: de klik raakt den paal. Six v. Chand. bezigt het voor eene kolf zelve. Het woord is klanknabootsend. Een lomperd heet, in de dagelijksche taal, een houten klik.