[Kinnetje]
KINNETJE, z.n., o., des kinnetjes, of van het kinnetje; meerv. kinnetjes. Een agtste deel van een vat, ook een agtendeel genoemd: een kinnetje boter. Een kinnetje bier. Bij Kil. kindeken, kinneken. Om de kleinheid van het tonnetje zal het den oneigenlijken naam van kindeken dragen.