[Kervel]
KERVEL, z.n., vr., der, of van de kervel; zonder meerv. Een bekend kruid. Dolle kervel. Zamenstell.: duivenkervel, tuinkervel, - kervelkoek, kervelmelk, kervelmoes, kervelstruif, kerveltaart. Uit het fr. cerfeuil, en dat uit het lat. cerefolium, gr. χαιρεΦυλλον, chaerefyllum.