[Kavalje]
KAVALJE, z.n., o., des kavaljes, of van het kavalje; meerv. kavaljes. Een woord in de dagelijksche taal alleen gebruikelijk, om een oud rompslompig ding te beteekenen. Hij behelpt zich met een oud kavalje van een huis. Eigenlijk is het een oude knol, die, door rossen, rijden en zweepslagen, afgemat en verdorven is. Van caballus, fr. cheval.