[Kalmus]
KALMUS, z.n., m., van den kalmus; zonder meerv. Een welriekende, inlandsche wortel van eene rietsoort, lies of leus genoemd. Gemeene kalmus, in onderscheiding van den aziatischen. Ingemaakte kalmus. De beste calmus uijt verren lande. Bijbelv. Van het lat. calamus, riet. Zamenst.: kalmuswortel.