Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 409]
| |
voorz. in en zegenen: ik zegende in, heb ingezegend. Door zegening inwijden: eenen leeraar inzegenen. Van hier inzegening. |
|
[pagina 409]
| |
voorz. in en zegenen: ik zegende in, heb ingezegend. Door zegening inwijden: eenen leeraar inzegenen. Van hier inzegening. |
|