Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 403]
| |
voorz. in en vlammen: ik vlamde in, heb ingevlamd. Inbranden: het lemmer van een zwaard invlammen, door middel der vlam, met gouden, of zilveren draden beleggen. |
|