Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Inkraaijen] INKRAAIJEN, bedr. w., gelijkvl. Van het scheidb. voorz. in en kraaijen: ik kraaide in, heb ingekraaid. Door gekraai inroepen: zoo dra de wakkre haen den midnacht innekraeit. Vond. Vorige Volgende