[Jent]
JENT, (Kil. ghent, jent,) een bijv. naamw., thands geheel buiten gebruik, beduidende fraai, net:
Uw jente lijtjen prangen. Hooft.
In het fr. gent, van het lat. gens, gentilis. Van hier het zeeuwsche woord jentaard, een krakende pronker: den jentaert te spelen. Brune. Ook jentiel: jentiel goddin. Hooft.