dogje, mugje. Achter k: dakje, staakje, plekje, beekje, strikje, dijkje, hokje, doekje, strookje, krukje, kruikje. Achter p: lampje, trapje, knaapje, klepje, streepje, knipje, pijpje, pompje, stropje, hoopje, stoepje, stuipje. Achter s en sch: dasje, blaasje, kaarsje, kansje, weesje, vleeschje, vischje, wijsje, kiesje, vosje, doosje, lusje, luisje: - Tje achter l en n, aaltje, keeltje, dweiltje, boeltje, kooltje, muiltje, schoteltje, keuteltje, schepseltje, kraantje, steentje, fonteintje, wijntje, hoentje, zoontje, kruintje. Achter r: snaartje, kamertje, ankertje, wevertje, vleijertje, wippertje, hoertje, vloertje, loopertje, kuipertje. Achter w: klaauwtje, leeuwtje, vrouwtje. Achter tweeklanken:
haaitje, eitje, koetje, fooitje: Pje achter m: haampje, kraampje, zeempje, kiempje, priempje, oompje, zoompje, pruimpje.
Hierbij moet aangemerkt worden, dat vele woorden van eene lettergreep, of waarvan de laatste lettergreep slechts eenen klinker heeft, uitgaande op b, l, m, en n, en in het meervoud den laatsten medeklinker verdubbelende, als krib, kribben, bel, bellen, ham, hammen enz. verlengd worden, en tje hebben; als: slabbetje, kribbetje, tobbetje, schubbetje, - balletje, schelletje, krokodilletje, holletje, bulletje - hammetje, stammetje, schimmetje, kommetje, - kannetje, wennetje, kinnetje, zonnetje, japonnetje, bunnetje, en de vrouwlijke benamingen, op in uitgaande: boerinnetje, engelinnetje, vriendinnetje, koninginnetje, slavinnetje enz. Voor je zegt men ook jen, als: draadjen, lapjen. Dit je, jen, was, oudtijds, gen, als: schaapgen; naar den brabandschen tongval ken, als: draadken; of, in sommige woorden, om de welluidendheid, sken, gelijk: jongsken, doeksken. Men zeide ook kijn, zoo als nu nog de groninger tongval heeft doekkiin, met twee ii. Deze uitgang is in het hoogd. chen, angels. kyn, cyn,
cin. Van dezen uitgang is een soortgelijke gansch verschillend, die uit het fr. ge gevormd is, als: bosschaadje, plantaadje, vrijaadje, welken ook gie, eertijds, geschreven en uitgesproken zijn. Alzulke woorden zijn vrouwjlik.