Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Hui] HUI, een tusschenwerpsel van opwekking. Hui, hui, vliedet uit den noordenlande! Bijbelvert. Hebr. הוי. Vorige Volgende