[Hellig]
HELLIG, bijv. n. en bijw., helliger, helligst. Dit woord, in Gron., zeer gebruikelijk, in den daaglijkschen stijl, beduidt boos. Misschien zoo veel, als door de hel aangezet, schoon men dien nadruk er niet, in zijne gedachten, aanhecht. Kiliaan heeft dit woord ook, doch geeft er eene andere beteekenis aan, die, namelijk, van afgemat, vermoeid; hoogd. hellig. Hij schijnt het echter, mede te bedoelen, omdat hij er agitatus achtervoegt. Zie ig.