Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 262]
| |
veranderd. Bij de uitvaart van een lijk zegt men van het achterste paar: zij sluiten het hek. - Het hek is van den dam, er is geen toezigt. Het allerachterste van een schip is deszelfs hek. Van hier hekbalk, hekboot, hekgeld. Het woord komt, met heg en haag, uit eene bron. In eenige oorden hoort men ook het hekken. |
|