Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 213]
| |
loopende groep. Hooft. Eene goot achter de koeijen, waarin haar drek valt: de groep uitmesten. Van graven. Groep heet ook, in de teekenkunde, eene vereeniging van beelden, in het fr. groupe; van het ital. groppo. |
|