[Gord]
GORD, (gorde) z.n., vr., der, of van de gord; meerv. gorden. Een band, een riem, waarmede men iets omgordt. Het is in de scheepsbouwkunde gebruikelijk: eene gord, eene rib van het schip. Men kent ook gording: de gordings van een schip, de barkhouten. Zamenst.: gordriem.