Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Gevoedsterd] GEVOEDSTERD, bijv. n. en bijw. Vet gemaakt: wel gevoedsterde hengsten. Anders gebruikt men hier gevoederd. Vorige Volgende