Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Gevangelijk] GEVANGELIJK, bijw. Op de wijs van eenen gevangenen: de Joden zijn gevangelijk naar Babel gevoerd. Van hier gevangelijkheid, voor captivitas, bij Oud. voorkomende. Zie lijk. Vorige Volgende