Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 117]
| |
Voorspoedig: iemand een gelukzalig nieuwjaar wenschen. Zalig: de arme, die God vreest, is waarlijk gelukzalig, onder al zijnen druk. De gelukzaligen in den hemel. Van hier gelukzaligheid. Zie zalig. |
|