Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] [Geleidelijk] GELEIDELIJK, bijv. naamw. en bijw., geleidelijker, geleidelijkst. Naar orde: een geleidelijk voorstel - eene leerrede geleidelijk uitspreken. Vorige Volgende