[Gehalte]
GEHALTE, z.n., o., des gehaltes, of van het gehalte; zonder meerv. De innerlijke waarde van het geld, ten opzigt van zijn gewigt: ook de innerlijke waarde van alle metalen:
De heete smeltkroes geeft aan 't goud
Zijn prijs en uitgepuurd gehalte;
zoo zong zeker Dichter. Overdr. wordt het woord ook genomen voor de waarde van andere dingen. Zoo drukt zich dezelfde Dichter uit:
De zoenprijs, die alleen 't gehalte
Der voldaad houdt, messias dood,
Boet voor die doodsche zielsgestalte.