Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Gebliksemd] GEBLIKSEMD, verl. deelw. van bliksemen. Door den bliksem getroffen. Overdr., met schrik en geweld nedergeworpen: ‘Zij zinkt, gelijk een molensteen; ‘Gebliksemt van haar zeven bergen. Trip. Vorige Volgende