[Frank]
FRANK, z.n., m., van den Frank; meerv. Franken. Een van de natie der voormalige Franken; insgelijks, die uit Frankenland, eene der eerste woonplaatsen der Franken in Duitschland, geboortig is; meestal in het meerv. gebruikelijk, de Franken. Van hier frankisch, de frankische kreits. Zamenstell: Frankenland.