[Foelie]
FOELIE, z.n., vr., der, of van de foelie, het meerv. is niet in gebruik. Verfoeliesel van eenen spiegel. Ook de foelie, die men onder een edelgesteente legt, om het te meer te doen schitteren. Verbasterd van folie, gelijk Kiliaan heeft, van het lat. folium. Van hier foelien, overfoelien, verfoelien.