[Etsen]
ETSEN, bedr. w., gelijkvl. Ik etste, heb geetst. Met sterk water in eenig metaal laten inbijten: die plaat is geetst, niet gesneden. Van hier etser, etsing. Zamenstell.: etskunst, plaatetser. Ten Kate brengt het tot etse, corrosio, et specialiter corrosio cupri aqua forti, en dit tot het worteldeel van eten, met den uitgang se. Bij Wacht. is het incidere, auro et argento caelare, in goud en zilver etsen; - in koper etsen, cupro incidere, sive scalpello, sive acri humore. Het laatste is alleen bij Kil. bekend, die het door bijten in koper, inscribere, sive incidere in aes aqua forti, verklaart.