Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Erachten] ERACHTEN, veroud. werkw., beteekenende daarvoor houden, begrijpen, inzien, alleen nog overig in de spreekwijs, mijnes erachtens, zijnes, onzes erachtens, enz. - hij handelt, mijnes erachtens, niet wel in die zaak. Vorige Volgende