Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 607] [p. 607] [Duurzaam] DUURZAAM, bijv. n. en bijw., duurzamer, duurzaamst. Dat duren kan. Van hier duurzaamheid. Vorige Volgende