[Draagloon]
DRAAGLOON, z.n., m., des draagloons, of van den draagloon; het meerv. is niet in gebruik. Van draag, dragen en leon. De loon, welke iemand, voor het dragen, of torschen, van iets, toekomt. Loon wordt ook onzijd. gebezigd. Zie arbeidsloon.