[Borstwering]
BORSTWERING, z.n., vr., der, of van de borstwering; meerv. borstweringen. Van borst, en wering, van weren. Een muur, of wal, welke tot aan de borst reikt, en de borst beschut: wij stonden achter de borstwering. Bij Kil. is het ook borstweer; zoo ook bij Hooft: ontbloot van deze borstweer.