[Bombazijn]
BOMBAZIJN, z.n., o., des bombazijns, of van het bombazijn; meerv. bombazijnen. Zekere stof, die van katoen gemaakt wordt. Van hier het onverbuigb. bijv. naamw. bombazijnen: eene bombazijnen voering.
Dit woord is, eigenlijk, ontleend van het lat. bombycina, en dit van bombyx, βομβυζ, een zijdeworm, of zijworm; zijnde de stof, bij de Ouden, bombycina genaamd, eene soort van zijde geweest, welke de latere Grieken en Latijnen βομβαϰιον en bombacium genoemd hebben. Deze benaming is, naderhand, tot de boomwol, of het katoen, uit hoofde van derzelver zachtheid, of gelijkheid aan zijde, overgegaan; en de stof, daarvan gemaakt, heeft den naam van bombazijn, ital. bambagia, bombazo, bombasina, fr. bombasin, gekregen. Dat nu de stof, welke wij bombazijn noemen, van boomen, of een heestergewas, komt, geeft ons geen regt, om, met Kil. en anderen,