[Bijschrift]
BIJSCHRIFT, z.n., o., des bijschrifts, of van het bijschrift; meerv. bijschriften. Van bij en schrift. Een geschrift, welk men bij, op, of onder iets plaatst, in rijm, of onrijm, doch meest in rijm: hij heeft een fraai bijschrift op het afbeeldsel van Boerhave gemaakt. In een bijschrift moeten, behalve de kortheid en den slag op het laatst, eene hoofdzaak, of een voornaam punt, nevens de eenvoudigheid en verscheidenheid, betracht en gevonden worden. Taal- en Dichtk. Bydr.