Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 377]
| |
hartigen, doen, oefenen: de deugd betrachten - zijnen pligt betrachten. Oul. beteekende dit woord overdenken, beschouwen, overeenkomende met het hoogduitsche: die het zoo verre gebracht heeft met betrachten der vorige geschiedenissen. Hooft. Van hier ook betrachter, betrachting, betrachtster. |
|