Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Bestorven] BESTORVEN, verled. deelw., van besterven. Dit bestorven wordt ook gebezigd, om iemand aanteduiden, wiens vader en moeder gestorven zijn: een bestorven meisje. Vorige Volgende