Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 346]
| |
ben. Van hier ook beminnaar, beminner, beminnaarster, beminnares, beminlijk, beminlijkheid, beminnenswaardig, beminnenswaardigheid. |
|