[Beeldspraak]
BEELDSPRAAK, z.n., vr., der, of van de beeldspraak; meerv. beeldspraken. Van beeld en spraak. Eene spraak, of taal, welke de zaken niet met letters en woorden, maar met beelden, uitdrukt, naar het grieksch hieroglyphen genoemd; in onderscheiding van de woordspraak. Misschien drukt beeldschrift, in tegenoverstelling van letterschrift, het denkbeeld beter uit.