[Bedunken]
BEDUNKEN, z.n., o., des bedunkens, of van het bedunken; zonder meerv., zijnde, eigenlijk, de onbepaalde wijs van het verouderde werkw. bedunken, waarvoor thands het enkelvoud. dunken - het dunkt mij, alleen in gebruik is. Meening, gevoelen: naar mijn bedunken - mijns bedunkens.